Niets is zo vreemd als het huilen van een mens
Waarom huilen alleen mensen? De dieren in de natuur vertonen een heleboel rare eigenschappen en manieren van doen. Zo zijn er de slurven van olifanten. De ver uit elkaar staande ogen van hamerhaaien en de bizarre paardans van de Canadese kraanvogel.
Maar niets is zo vreemd als het huilen van de mens. Zelf vinden we het natuurlijk helemaal niet raar. We doen het regelmatig en zien het ook vaak iemand anders doen.
Volgens een onderzoek aan de Universiteit van Minnesota huilen vrouwen zo’n 5 keer per maand en mannen ongeveer 1 keer. Het eerste wat een baby doet wanneer hij op de wereld komt, is het op een brullen zetten. Dit doet de baby om iedereen te laten weten dat hij gezond en wel is. Het is niet het geluid als zodanig dat onze manier van huilen ongewoon maakt; het zijn de tranen die ermee samengaan.
Andere dieren kunnen wel jammeren, schreeuwen of kermen, maar er is geen een dat tranen laat vloeien van emotie – zelfs onze naaste verwanten in het dierenrijk, de primaten, doen dat niet. Apen hebben traanbuizen, net als andere dieren, maar die dienen alleen maar voor huishoudelijke taken. Bijvoorbeeld voor het schoonmaken en genezen van de ogen. Maar in ons geval heeft de evolutie ervoor gezorgd dat een van onze verre voorouders een neurale verbinding ontwikkelde. Een verbinding tussen de klier die tranen produceert en de delen die diepe emoties registreren en uitdrukken.
Waarom huilen alleen mensen en wat zijn de voordelen van huilen met tranen?
Net als alle andere genetische mutaties, was de mutatie die tot tranen leidde een vergissing. Maar het was een vergissing die werkte. Als dat koppige gen de overleving van schepsels niet had bevorderd, had de natuurlijke selectie het allang weer afgeschaft. De vraag is: welke voordelen zitten er vast aan het huilen met tranen? Sinds kort beginnen de onderzoekers de puzzelstukjes in elkaar te passen. Ondertussen ontdekken ze verrassende dingen over wat ons mensen beweegt.
Waarom huilen alleen mensen? Er zijn een hoop redenen. Deze variëren van een eenvoudig signaal van pijn of verdriet tot de verfijnde en hoogontwikkelde vorm van communicatie. Dit communiceren is een unieke verbinding met elkaar. Die band hielp onze voorouders om te overleven en te gedijen. Onze soort kon zich na verloop van tijd ontwikkelen als het meest succesvolle en complexe van alle schepsels op aarde.
Rudimentaire woordenschat
Complex gedrag heeft dikwijls een simpele oorzaak. Huilen is er één van. Net als andere dieren, janken wij mensen om duidelijk te maken dat we pijn of verdriet hebben. Daar beginnen we al mee als baby. Tijdens de eerste 3 of 4 maanden, huilen ze vaak met een oorverscheurende effectiviteit. Later, wanneer hun eerste verjaardag dichterbij komt, huilen ze minder dikwijls. Ze verzinnen andere manieren om uit te drukken wat ze willen. Bijvoorbeeld wijzen, grommen of met lepels en met eten gooien. (sommige baby’s kunnen geen tranen huilen voordat ze 3 tot 6 maanden oud zijn.)
Verschillende soorten ‘huilen’

Baby’s ontwikkelen, naarmate ze ouder worden, verschillende soorten van huilen die specifieke boodschappen overdragen. Ze krijsen of gillen van de pijn en brullen omdat ze alleen worden gelaten, zich onbehaaglijk voelen of honger hebben. Al die varianten fungeren als een soort rudimentaire woordenschat die voorafgaat aan de eerste woordjes van de baby. Ze gaan allemaal terug op het geschreeuw en gehuil dat andere dieren nog steeds als voornaamste vorm van communicatie hanteren.
Dit verklaart wellicht waarom elektromyografische studies, die de elektrische activiteit van de skeletspieren registreren, aantonen dat het nagenoeg onmogelijk is de zenuwen die de musculus mentalis (de spier die onze kin doet beven als we op het punt staan in huilen uit te barsten) in beweging brengen, bewust te controleren. Hetzelfde geldt voor de zenuwen die de brok in onze keel veroorzaken. Maar ook het neertrekken van de mondhoeken (met een spier met de fraaie naam musculus depressor anguli oris). De wetenschappers zijn er ook achter gekomen dat baby’s die geboren worden zonder structuren boven het midden-brein, toch kunnen huilen. Dit duidt erop dat het huilen diep in ons evolutionaire verleden wortelt. Het gaat terug tot een tijd lang voordat het spraakapparaat en het bewuste denken zich meldden.
Chemische cocktails
Waarom huilen alleen mensen? Onze redenen om te huilen worden meer uitgebreid wanneer we volwassen worden. De diepere emoties die de volwassenheid met zich meebrengt voegen zich bij de reeds aanwezige emoties. De signalen die we melden middels onze tranen strekken verder dan puur lichamelijk ongemak of overlevingsdrang. Deze overgang betekent echter niet dat de fysiologie er niet langer aan te pas komt. Dat is wel degelijk het geval. Nu is hij nog sterker verbonden met de hogere hersenfuncties en onze almaar subtielere emotionele behoeften. En die verandering betekent dat de tranen zelf een grotere rol gaan spelen. Ze geven een signaal aan de anderen dat de emoties die we voelen sterk en oprecht zijn.
Emotionele tranen zijn 1 van de 3 soorten tranen die we kunnen aanmaken. De 2 andere hebben een soortgelijke chemie, maar een andere functie. De zogenoemde basale tranen bevochtigen onze ogen telkens wanneer we ermee knipperen. De reflextranen wellen op wanneer er iets in onze ogen wordt gestoken of wanneer ze geïrriteerd raken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de geur van de uien die we snijden. Maar emotionele tranen hebben een heel eigen karakter en dat vertelt ons een en ander over hun functie.
Eiwitten
William Frey heeft ontdekt dat ze 20 tot 25% meer types eiwitten bevatten dan reflextranen en 4 maal zoveel kalium. Er zit 30 keer de mangaan concentratie in die je in menselijk bloed aantreft. Ze zitten ook vol hormonen, zoals adrenocorticotropine (ACTH), dat mensen aanmaken als ze gestresst zijn, en prolactine, dat de neurotransmitterreceptoren controleert die zich in de traanklieren bevinden.
Frey meent dat deze chemische cocktails verband houden met het humeur en emoties die met huilen gepaard gaan. Hoge mangaan concentraties, bijvoorbeeld, worden aangetroffen in de hersenen van mensen die aan chronische depressie lijden. Een overmaat aan ACTH duidt op toegenomen angst en stress. En de hoge prolactine niveaus in het lichaam van vrouwen kunnen verklaren waarom zij vaker huilen dan mannen. Vooral na de puberteit.
Door de vele hormonen in tranen, speculeert Frey dat huilen de manier is waarop het lichaam chemische stoffen wegspoelt. Deze zijn aanwezig wanneer we sterke gevoelens ervaren. Dit is de reden, zegt hij, waarom we elkaar soms de raad geven om ‘maar eens goed uit te huilen’.
Niet alle wetenschappers zijn het hier mee eens. Het is moeilijk te bewijzen dat tranen alleen voldoende hormonen uit het lichaam kunnen wegspoelen. Deze hormonen zorgen voor de opluchting die we vaak voelen nadat we hebben gehuild. Onze traankanalen zijn gewoon niet groot en efficiënt genoeg. Zelfs een langdurige huilbui met forse uithalen levert slechts een vingerhoedje tranen met hormonen op. Is er dan een ander mechanisme aan het werk dat tot de opluchting leidt die we ervaren als we huilen?
Het goudlokje principe
Misschien wel, en het hoeft niet om iets mysterieus te gaan. Je kunt dit het principe van Goudlokje noemen. Alle natuurlijke systemen doen hun uiterste best om een balans te handhaven ten opzichte van de krachten om hen heen. Ze proberen niet te heet en niet te koud te worden, of niet te actief en niet te apathisch. Als de omgeving hen de ene kant opslingert, pareren ze door vlug weer naar hun ‘normale’ staat terug te keren. Regenwouden, guppy’s en mensen streven allemaal naar een comfortabele toestand. Deze oer-behoefte aan balans is misschien de reden waarom wij huilen.
Het zenuwstelsel reguleert de onbewuste functies, zoals de ademhaling en de hartslag, en ook het gewone functioneren van organen als de nieren en het brein. Zelfs is het zenuwstelsel onderverdeeld in 2 subsystemen: het sympathische en het parasympathische zenuwstelsel. De rol die beide spelen bij het huilen is omstreden, maar intrigerend. Het sympathische zenuwstelsel bereidt ons voor op vechten of vluchten – fysiek, mentaal en emotioneel. Als we bang zijn, vuurt het sympathische zenuwstelsel berichten af die ons lichaam voorbereiden om zich schrap te zetten en te knokken – of ervandoor te gaan. Het parasympathische zenuwstelsel brengt ons dan achteraf weer in een normale toestand.
Sinds de jaren zestig hebben onderzoekers vermoedt dat we huilen omdat we ontdaan zijn, niet omdat we naar opluchting streven. Ons sympathisch zenuwstelsel zou dus het huilen besturen. Maar er zijn niet zoveel wetenschappers die het tegenovergestelde beweren. Zij stellen dat huilen een onbewuste manier is om te kalmeren. Er zijn een heleboel onderzoeken gedaan. Er was er niet één doorslaggevend. Dit komt natuurlijk omdat het moeilijk is verdriet en huilen in een laboratorium op te wekken en te meten.
Kalmerend effect
Echter hebben onderzoekers van Stanford University dat geprobeerd en vervolgens gespeculeerd dat het uiteindelijk toch een kalmerend effect kan hebben. Andere onderzoekers hebben aangetoond dat als zenuwen die een sleutelrol spelen in het sympathische systeem verlamd zijn, de patiënten vaker huilen. (als er belangrijke parasympathische zenuwen beschadigd zijn, huilen ze minder.) Deze bevindingen duiden erop dat we niet huilen omdat we ontdaan of verdrietig zijn. Integendeel, maar omdat we proberen hier juist overheen te komen. Met andere woorden: huilen brengt ons emotionele circuit opnieuw in de oorspronkelijke toestand.
Als dat zo is, is huilen een voorbeeld van het Goudlokje-principe – althans op fysiologisch gebied. Tenslotte moeten we weer tot rust komen na elke vecht- of vlucht situatie en telkens wanneer we de dans maar ternauwernood zijn ontsprongen of spanningen achter de rug hebben. Deden we dat niet, dan zou er een slagader springen of zouden we een beroerte krijgen – en dan was het afgelopen. Gelet op de gevaren waarmee onze voorouders te maken hadden, was een manier om te kalmeren niet alleen nuttig maar ook noodzakelijk – anders zouden ze misschien allemaal zijn bezweken aan een serie hersen- of hartinfarcten.
Waarom huilen alleen mensen? Een kwestie van overleven!?
Geen van deze bevindingen verklaart echter waarom we tranen huilen. Waarom zou het ‘hete tranen’ huilen van emotie, zoals Shakespeares King Lear zei, evolutionair gezien ergens op slaan? Ze maken het gezicht onscherp en vergroten ook nog onze kwetsbaarheid. Onze sociale natuur biedt hier wellicht een aanwijzing. Mensen hebben een hechtere band met elkaar dan welke andere primaat ook. Onze soort groeide op in de savanne, en had dus geen gebrek aan gevaren die samenwerking om te overleven aanmoedigden. Maar we kennen ook onderlinge concurrentie. Iedereen die ooit te maken heeft gehad met kantoorpolitiek of kliekvorming op school weet dit.
Onze grotere intelligentie heeft de coalities en de competitie alleen maar complexer gemaakt. Dus moet ons gedrag, naarmate we van vroege hominiden tot mensen werden, eigenschappen bevorderd hebben die de communicatie verbeteren, van subtiele lichaamstaal en gezichtsuitdrukkingen tot spraak en … tranen.
Amotz Zahavi, een bioloog aan de Universiteit van Tel Aviv, ontwikkelde in 1975 een boeiende theorie. Deze theorie gaat over hoe gedragingen en eigenschappen van dieren die nadelig lijken voor de overleving uiteindelijk heel nuttig zijn. Waarom heeft een pauw bijvoorbeeld enorme, kleurrijke staart terwijl die het dier trager maakt, de aandacht van roofdieren trekt en in de weg zit bij het vliegen? En waarom springt een gazelle, wanneer ze merkt dat een leeuw op het punt staat haar aan te vallen, eerst loodrecht omhoog als een springstok alvorens zich uit de voeten te maken?
Handicap-principe

Deze eigenschappen en vormen van gedrag zijn voorbeelden van wat Zahavi het ‘handicapprincipe’ noemt. Op het eerste gezicht wordt er een hoge prijs voor betaald. Ze vereisen energie en hulpmiddelen en trekken gevaarlijk veel aandacht. Maar, zo speculeerde Zahavi, ze geven ook krachtige signalen af. Neem nu de eerste, verticale sprong van de gazelle, die haar onmiddellijk in het nadeel plaatst. Ze verliest kostbare momenten die ze had kunnen benutten om het roofdier dat haar wil opeten achter zich te laten. Maar zo’n sprong in de lucht zegt ook. ‘Ik ben zo snel en kan zo hoog springen, dat je me nooit zult vangen, dus verspil je energie niet’.
Vaak dringt deze boodschap door tot de leeuw of jachtluipaard die klaarstaat om te doden. Hij maakt een snelle kosten-baten analyse en gaat vervolgens op zoek naar een minder energieke prooi. Het is denkbaar dat tranen een soortgelijke functie vervullen bij een soort die zo door en door sociaal is als de onze. De vraag waarom huilen alleen mensen is hiermee misschien wel beantwoordt.
Dure aanpassing
Tranen vallen op, en maken het gezichtsvermogen minder scherp – hetgeen lastig is. Ze zijn dus vanuit evolutionair gezichtspunt een dure aanpassing. Omdat tranen alleen verschijnen als iemand zeer sterke emoties ervaart, zijn ze niet gemakkelijk te simuleren. Ze zenden een duidelijk signaal uit, in de zin die Zahavi bedoelt, dat de gevoelens achter de tranen absoluut echt zijn en dus serieus genomen moeten worden. Per slot van rekening laten tranen ons van onze kwetsbaarste kant zien. Wanneer we het punt bereikt hebben dat we in huilen uitbarsten, voelen we ons volslagen machteloos. Er is in al onze verdedigingsmechanismen een bres geslagen. De intense emotionele banden die door het huilen worden gesmeed, hebben er misschien toe bijgedragen dat menselijke gemeenschappen zich hechter verenigden dan anders het geval zou zijn geweest.
Loos Alarm
Moeders zijn van nature geneigd snel te reageren op het traanloos huilen van hun zuigelingen. Dit komt omdat die duidelijk zo hulpeloos zijn. Maar later, wanneer de kinderen beginnen te kruipen, verandert de situatie. Huilen kan, net als alle andere vormen van communicatie, gebruikt worden om te manipuleren – en dat gebeurt ook inderdaad. Kinderen verlangen, ook als ze wat ouder zijn, naar de aandacht van hun ouders. Omdat huilen altijd de effectiefste manier is gebleken om die aandacht te krijgen, blijven kinderen dat doen, ook als ze voor hun basale levensbehoeften niet langer per se hulp nodig hebben.
Dario Maestripieri, primatoloog aan de Universiteit van Chicago, heeft ontdakt dat baby-resusmakaken een soortgelijk gedrag vertonen. Ze huilen tegen hun moeder en doen dat nog méér in de periode dat hun moeder ophoudt hen te zogen. Aanvankelijk komen de makakenmoeders nog snel aangerend. Naarmate het gehuil toeneemt, reageren ze minder, omdat het vaak loos alarm betreft. Uiteindelijk worden de makakenmoeders sceptisch en gaan de zuigelingen minder huilen. Het levert toch niet de geruststellende aandacht op die ze willen. Het resultaat hiervan is, dat de jonge apen ook onafhankelijker worden, wat uiteindelijk hun overlevingskansen verbetert.
Bij de mens zijn tranen een extra hulpmiddel om te beoordelen of er echt iets aan de hand is. Elke ouder maakt weleens mee dat zijn kind zonder tranen huilt (het zogenaamde ‘dreinen’). Het kind is ongelukkig en wilt aandacht. Toch verkeert het kind niet in moeilijkheden. Ouders leren snel te controleren of er echte tranen geplengd worden als hun kind huilt. Dit is een betrouwbaar teken dat het kind werkelijk hulp nodig heeft.
Communicatieve dimensie

Randolph R. Cornelius. Hoogleraar psychologie en deskundige op het gebied van menselijk huilen, heeft onderzoek gedaan naar tranen als een soort instinctieve waarzegger. Sinds 2000 verzamelen Cornelius en zijn studenten foto’s en videobeelden uit opiniebladen en televisieprogramma’s van over de hele wereld. Hierop staan mensen met echte en zichtbare tranen. Wanneer ze een bijzonder geschikt beeld vinden, houden ze er 2 versies van bij. De originele versie, met tranen, en een andere waarop de tranen digitaal zijn gewist.
Cornelius gaat vervolgens met één vrijwilliger per keer voor een computerscherm zitten om naar een serie dia’s te kijken. Elke dia bestaat uit twee afbeeldingen: een met tranen en een ander beeld waarop de tranen stiekem zijn gewist. Geen enkele proefpersoon mag eenzelfde afbeelding met en zonder tranen zien. Dan vragen de onderzoekers aan elke deelnemer te vertellen welke emotie de persoon op elke foto ervaart. Tevens hoe hij/zij zou reageren op een persoon met die specifieke gezichtsuitdrukking.
Alle proefpersonen meldden dat mensen bij wie er tranen waren diepere emoties voelden en uitten ‘droefheid’ dan degenen zonder tranen. Toen ze naar dia’s keken zonder de tranen, tastten ze in het duister over wat de afgebeelde mensen voelden. Emoties, variërend van droefheid tot ontzag en verveling. De conclusie van Cornelius luidt dat tranen een ‘cruciale communicatieve dimensie’ toevoegen aan het huilen. “Zij voegen een trefzekere en krachtige pijl toe aan de pijlenkoker die de talrijke vormen van menselijke communicatie bevat”, zegt hij.
Rauwe emotie en hoge intelligentie!
In de voorbije 6 miljoen jaar hebben zich enorme veranderingen voltrokken in onze voorouders – en wel voornamelijk in het hoofd. Het brein verdubbelde in grootte en deed dat vervolgens nogmaals. Ons aangezicht veranderde eveneens en hiermee ging een verandering gepaard in hoe we onze emoties kenbaar maken. Onze rijke, expressieve musculatuur evolueerde willekeurig. Het resultaat bleef hetzelfde, omdat dit ons hielp preciezer met elkaar te communiceren en elkaar soms te manipuleren. Delen van het brein die betrokken zijn bij het ervaren van emoties werden verbonden met de traanklieren boven onze ogen.
Complexe relaties vragen om communicatievormen die even complex zijn. Voor onze soort was de taal een krachtige aanpassing die dat doel diende. Een andere aanpassing waren de tranen, met hun krachtige, goed zichtbare boodschappen. Ze verenigden rauwe emotie met een brein dat in staat was over deze primaire gevoelens na te denken. Ze helpen ons overweldigende emoties te uiten die opwellen uit de oerdiepten die buiten het bereik van onze woordenschat liggen. Of het nu gaat om diepe droefenis, frustratie, vreugde, trots of pijn – ieder van ons herkent die gevoelens. Tranen voeren ons naar de plaatsen waar grammatica en lettergrepen geen toegang hebben. Zonder tranen zouden we geen mensen zijn.