De gevolgen van werkstress
Negen jaar geleden heeft Harry zijn bedrijfskundediploma gehaald. Sinds die tijd is hij het toonbeeld van de ambitieuze jonge manager op weg naar de top. Op 28 jarige leeftijd kwam hij als consultant in dienst bij een adviesbureau. Hij maakte al snel promotie. Een baan met veel verantwoordelijkheid, een auto van de zaak en een jaloersmakend salaris. Het werk schonk hem veel voldoening. Hij vond het niet erg om 60 tot 80 uur per week te werken en veel te reizen. In het weekend had hij ook nog regelmatig vergaderingen. "Af en toe drong het weleens tot me door dat die baan een hoop werkstress veroorzaakte. Dat gaf me juist een kick, zegt hij. Jarenlang was het gewoon hartstikke leuk".
Intensive care
Tot de dag dat hij op de intensive care belandde. Harry was voor de deur van zijn appartement in elkaar gezakt. Hij had ontzettende hoofdpijn, duizelingen en een hart dat als een razende tekeer ging. "Ik dacht eerst dat ik een beroerte had gekregen" vertelt hij nu, een jaar later. Maar de dokter stelde een andere diagnose: burn-outsyndroom. Onze consultant was ziek geworden van jarenlang buitensporig hard werken.
Het geval van Harry is niet uniek, en veel deskundigen denken dat wat hij heeft meegemaakt steeds vaker voorkomt in een tijd waarin bezuinigd wordt op personeel. "Misschien wordt tegenwoordig meer dan ooit tevoren de gezondheid van werknemers bedreigd door werkstress", aldus een publicatie van het Amerikaanse National Institute for Occupational Safety and Health, het federale bureau dat verantwoordelijk is voor onderzoek naar, en preventie van, werkgerelateerde ziekten en verwondingen. Uitputting als gevolg van te veel en te hard werken doet zich gewoonlijk pas voor op middelbare leeftijd. Het energie niveau van een mens neemt van nature af rond je 50ste. In sommige gevallen kan het ook al op jongere leeftijd optreden. In november 2005 liet Sperion Corporation in Fort Lauderdale, Florida, een enquête houden en daaruit bleek dat een derde van de werknemers in de leeftijd van 25 tot 39 jaar zich al opgebrand voelde.
Burn-out is een toestand van mentale en fysieke uitputting, veroorzaakt door iemands beroepsleven
De term 'burn-outsyndroom' is in het begin van de jaren zeventig bedacht door de New-Yorkse psychoanalyticus Herbert Freudenberger. Het was hem opgevallen dat zijn eigen werk, dat hem ooit zoveel voldoening geschonken had, nu alleen nog maar gevoelens van vermoeidheid en frustratie bij hem opriep. En hij merkte dat veel artsen in zijn omgeving na verloop van tijd veranderden in depressieve cynici. Het gevolg was dat ze zich heel kil en geringschattend opstelden tegenover hun patiënten.
Freudenberg ging al snel op zoek naar voorbeelden buiten het terrein van de gezondheidszorg. Hij trof inderdaad soortgelijke gevallen aan bij allerlei beroepsgroepen. Mensen die aan dit syndroom leden, waren onderhevig aan stemmingswisselingen, sliepen niet goed en hadden moeite om zich te concentreren. Deze psychische problemen gingen vaak gepaard met somatische klachten, zoals rugpijn of maag- en darmstoornissen. Freudenberg definieerde het burn-outsyndroom als een toestand van mentale en fysieke uitputting, veroorzaakt door iemands beroepsleven.
Er zijn geen statistische gegevens beschikbaar over deze kwaal, deels doordat het burn-outsyndroom niet als zodanig vermeld wordt in het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, de bijbel van de geestelijke gezondheidszorg. Het valt min of meer onder de categorie 'ongedifferentieerde somatoforme stoornissen'. Maar ook zonder over concrete cijfers te kunnen beschikken, zijn de deskundigen het over één ding wel eens: in alle beroepen neemt de werkstress toe, en de mensen hebben moeite om die ontwikkeling bij te benen.
Werkstress speelt een centrale rol bij burn-out
Het is duidelijk dat langdurige werkstress een centrale rol speelt bij burn-out. Historisch (evolutionair) gezien is de stressreactie van het lichaam een nuttige, beschermende respons. Hij stelt mensen, en andere dieren, in staat een acute dreiging te overleven, zoals het plotseling opduiken van een roofdier. Het brein herkent een potentieel gevaar voordat we het bewust waarnemen, en brengt - in een fractie van een seconde - een aantal fysieke responsen op gang die ons voorbereiden op vechten of vluchten. Epinefrine, beter bekend als adrenaline, stroomt naar de spieren om ze te prepareren voor een gevecht of een snelle sprint. Onze zintuigen worden scherper. Het lichaam schakelt systemen die voor het moment niet van wezenlijk belang zijn, zoals de spijsvertering, uit om energie te besparen.
Maar wat is nu het probleem van werkstress?
Het alarmsysteem komt ook in actie als de dreiging niet de gedaante aanneemt van een hongerige beer die voor de ingang van onze grot verschijnt, maar van een prikkelbare chef die eist dat de Powerpoint-presentatie over dertig minuten klaar is. Elke keer dat het systeem getriggerd wordt - als we zitten te zwoegen om een onmogelijke deadline te halen, als we ons in allerijl naar een vergadering haasten, als we gejaagd onze koffers pakken voor de zoveelste lastminute zakenreis - scheiden de adrenalineklieren stresshormonen af, het hart gaat sneller kloppen en de bloeddruk stijgt. Als zulke spanningen weken, maanden of jaren voortduren, heeft dat onvermijdelijk fysieke consequenties. Chronische werkstress draagt bij tot hoge bloeddruk, hartproblemen en verzwakking van het afweersysteem, zodat we vatbaarder worden door infecties.
Neerwaartse spiraal
Bij veel slachtoffers wordt de burn-out aangewakkerd door vergelijkbare factoren. De kwaal treft vaak juist de beste werknemers, degenen die hun werk met enthousiasme doen, graag verantwoordelijkheid dragen en hun baan ervaren als een belangrijk onderdeel van hun identiteit. Harry beschrijft het goed: "Op een gegeven moment werd ik zo opgeslokt door mijn baan dat mijn andere behoeften helemaal niet meer telden. Doordat ik mij te zeer inzette voor mijn werk, belandde ik in een voortdurend verslechterende toestand van uitputting en apathie."
Om toch de groeiende stapels werk af te kunnen krijgen, draait de arme ploeteraar steeds langere werkweken en zit tot 's-avonds laat op kantoor. Hij doet niet meer aan lichaamsbeweging, slaat maaltijden over of werkt tussen de bedrijven door wat ongezonde fastfood naar binnen, zegt privé-afspraken met vrienden af en is niet aanwezig bij de voetbalwedstrijden van zijn kinderen. "Uiteindelijk," zo vertelt Harry, "isoleerde ik mezelf volledig." Mensen zijn sociale wezens, dus wij gedijen niet goed als we geen deel meer uitmaken van sociale netwerken. "Steun van familie, vrienden en collega's is een heel belangrijke buffer tegen werkstress", zegt Manfred Schedlowski van het Federaal Instituut voor Technologie in Zürich, die onlangs een onderzoeksgroep heeft opgericht om oorzaken en gevolgen van werkgerelateerde stress te bestuderen.
Andere risicofactoren
Andere risicofactoren zijn de mate van controle die iemand over zijn werk heeft en de waardering die hij al dan niet voor zijn inspanningen krijgt.
Jürgen Städt, hoofdpsychiater aan de Vivantes-kliniek in Berlijn, vertelt over een vrouw die jarenlang een succesvolle afdelingschef was - totdat het bedrijf een reorganisatie onderging waarbij ze, ondanks haar verwoede pogingen, niet kon voorkomen dat een aantal van haar medewerkers ontslagen moest worden. Dat ervoer ze als een klap in haar gezicht. Geplaagd door slaapstoornissen, gebrek aan eetlust en een laag gevoel van eigenwaarde belandde ze uiteindelijk in de kliniek van Städt. "Dat soort tegenslagen horen bij het leven. Maar mensen die bevattelijk zijn voor burn-outsyndroom kunnen daar eenvoudigweg niet mee omgaan", legt hij uit. "Hun complete zelfbeeld ligt aan diggelen." Ze raken in een crisis doordat ze het gevoel hebben dat al hun immense inspanningen voor het bedrijf niet voldoende worden opgemerkt - en daardoor wordt het probleem alleen maar erger.
Vroeger of later krijgen deze slachtoffers steeds meer moeite om hun werk naar behoren te verrichten. Ze kunnen zich niet meer goed concentreren, krijgen nog maar weinig creatieve ideeën en vaak gaat ook hun geheugen achteruit. Ze beginnen fouten te maken. "En dan komen ze in een neerwaartse spiraal terecht". legt Städt uit. "Als je merkt dat je niet langer goed werk levert, wordt de druk nog groter, en zo gaat het van kwaad tot erger."De eens zo genereuze Harry, bijvoorbeeld, ging zijn collega's de schuld geven van zijn eigen fouten en hij begon ze te bekritiseren en tegen hen uit te varen.
Werkstress laat zijn sporen na
Stress en ontevredenheid over jezelf laten hun sporen na in de psyche. Gelaten, ontmoedigd en geplaagd door faalangst en een afnemend gevoel van eigenwaarde, slepen mensen met burn-out zich moeizaam door elke werkdag. Soms zoeken ze hun toevlucht in alcohol of pillen. Sommigen doen zelfs een zelfmoordpoging.
De slachtoffers in kwestie zien zelf vaak als laatste de ernst van de situatie in. Niemand raakt van de ene op de andere dag volledig uitgeput. Integendeel, de batterijen lopen zo geleidelijk leeg dat veel slachtoffers de subtiele veranderingen helemaal niet in de gaten hebben, totdat het echt uit de hand loopt. Terwijl ze lange dagen maken, ook in het weekend, zeggen ze tegen zichzelf: "Niks aan de hand. Ik ben alleen een beetje moe - dat gaat wel weer over." Maar dan komt de eerste keer dat ze een partijtje tennis afzeggen of 'sorry' mompelen wanneer ze niet mee kunnen met dat lang van te voren geplande uitstapje. Op het bureau ligt een enorme stapel papieren te wachten. Ze kunnen het werk toch niet laten liggen?
"Natuurlijk had ik wel in de gaten dat niet alles van een leien dakje ging. Maar ik dacht dat ik wel een of andere oplossing zou vinden", herinnert Harry zich. Toen hij uiteindelijk voor zijn huisdeur in elkaar zakte, drong het tot hem door dat hij hulp nodig had. "Dat was het schot voor de boeg dat me heeft gered."
Städt maakt het probleem duidelijk aan de hand van een metafoor: "Als je een auto hebt, laat je die elk jaar een onderhoudsbeurt geven en je controleert regelmatig het oliepeil. Mensen met een burn-outsyndroom brengen hun 'auto' nooit naar de garage voor controle. Ze rijden duizenden kilometers op topsnelheid en zijn dan verbaasd als plotseling de motor het begeeft. Ze hebben het normale onderhoud verwaarloosd".
Burn-outpatiënten moeten in de eerste plaats weer leren genieten van het leven
Omdat burn-out patiënten niet in staat zijn betekenis aan hun leven te geven buiten hun werk, heeft het geen zin hen te adviseren het gewoon een beetje kalmer aan te doen en de computer om 5 uur uit te zetten. Om van hun probleem af te komen, moeten ze eerst leren dat een mens ook voldoening kan putten uit andere dingen dan succes in het werk. En daar begint de rol van de psychiater Städt. "Wat wij eigenlijk doen, is mensen weer leren genieten," zegt hij. "We trainen de patiënten om dingen te doen uitsluitend voor het plezier dat ermee gepaard gaat. Bezigheden als koekjesbakken, schilderen en wandelen maken net zo'n belangrijk deel uit van de therapie als sportbeoefening en met andere mensen praten.
Persoonlijkheidskenmerken
Daar zit hem precies de kneep, volgens Schedlowski. Uitgerekend de persoonlijkheidskenmerken die tot op heden het succes in je professionele carrière hebben gegarandeerd, moet je nu vaarwel zeggen. Bij het behandelen van deze opgebrande managers kan de psycholoog de 'blauwdruk' van deze gedragspatronen vaak terugvoeren op de jeugd van zijn patiënten. "Mensen die, bijvoorbeeld, als kind hebben geleerd altijd stipt op tijd te zijn en alles perfect te doen, hebben daar profijt van", legt hij uit. Doordat zij die deugden geïnternaliseerd hebben, doen ze het goed op school en maken ze later in hun werk snel promotie. Maar nu moeten ze ook andere vaardigheden aanleren - gezondere vaardigheden.
Ze moeten als het ware hun psychische blauwdruk opnieuw ontwerpen, en dat is het moeilijkste onderdeel van de therapie. Het heeft te maken met hoe het brein functioneert. Dingen die we op jonge leeftijd leren en die we braaf oefenen en in praktijk brengen, raken stevig verankerd in onze hersenen. "Het veranderen van gewoonten en gedragspatronen die zo diep geworteld zijn is een trainingsproces dat veel tijd vergt", zegt Schedlowski. Hij adviseert een ambulante therapie van 6 maanden. In die periode moeten de patiënten hun nieuwe, betere gadragsprogramma's voortdurend oefenen in het dagelijks leven.
Zo vind je een evenwicht
Het allerbeste is natuurlijk zorgen dat je niet in die vicieuze cirkel van te hard werken en druk verzeild geraakt. Het onderzoeksteam in Zürich is bezig een educatief programma te ontwikkelen dat dit risico kan verminderen. "Werkstress is in zekere zin een normaal onderdeel van het huidige bedrijfsleven geworden", merkt Schedlowski op. "Als je weet hoe je je kunt beschermen tegen de effecten daarvan, loop je veel minder risico opgebrand te geraken."
Kans op een Burn-Out
De hoeveelheid werkstress die iemand te verduren heeft, zegt iets over de kans op burn-out, maar is niet de doorslaggevend. "Als iemand twaalf uur per dag werkt, maar toch kans ziet regelmatig te ontspannen, zal hij waarschijnlijk geen problemen krijgen". "Maar aan de andere kant kan iemand met een deeltijdbaan zijn werk als stressvol ervaren - en een burn-out syndroom ontwikkelen."
Regel nummer 1 luidt: ga verstandig om met je fysieke reserves. De anti-stress-maatregelen die hiervoor nodig zijn, zijn even simpel als effectief. Het gaat om dingen als gezond eten op vaste tijden, regelmatig aan lichaamsbeweging doen en voldoende slapen.
Regel nummer 2 luidt: workaholics moeten een evenwicht zien te vinden tussen spanning en ontspanning. Werk en privéleven moeten in balans zijn. "Iedereen moet zijn eigen mechanisme vinden om voor werkstress te compenseren", zegt Schedlowski. De een kan misschien werkstress afreageren door hard te lopen, een ander ontspant zich beter door op de bank te liggen en naar klassieke muziek te luisteren, en weer een ander geeft de voorkeur aan tuinieren. De hobby als zodanig doet er niet toe. Het gaat erom dat iemand zich met overgave aan een plezierige bezigheid wijdt.
Goede sociale contacten zijn ook belangrijk. Tijd doorbrengen met vrienden, familie of zelfs collega's is een goede bescherming tegen een overmaat aan werkstress. En tot slot kan het nuttig zijn een ontspanningstechniek aan te leren, zoals yoga of progressive muscle relaxation (in de jaren '20 door de amerikaanse arts Edmund Jacobson ontwikkelde techniek waarbij afzonderlijke spiergroepen worden aangespannen en weer ontspannen).
De belangrijkste stap om werkstress te voorkomen
Maar de belangrijkste stap, zo benadrukt Schedlowski, moet eerst in je hoofd gezet worden. "Zo vroeg mogelijk in je loopbaan moet je jezelf doordringen van de gedachte dat lichamelijke en geestelijke gezondheid minstens zo belangrijk is als het bereiken van een toppositie", zegt hij.
Uiteindelijk heeft Harry de overstap gemaakt naar een evenwichtiger bestaan. Hij heeft zijn baan opgezegd, zijn vriendschappen hersteld en een jongensdroom verwezenlijkt door een reis om de aarde te maken. Daarna is hij weer als consultant gaan werken, en hij vond een nog betere betrekking dan hij voorheen had. Maar nu wisselt hij zijn werk af met "meer sport, meer vrije tijd, meer tijd om van het leven te genieten. Hoewel mijn baan nog steeds belangrijk voor mij is, hebben die dingen nu prioriteit." En het resultaat bevalt hem prima. Ik heb me nog nooit zo goed gevoeld."
Auteur: Ulrich Kraft